Mijn doelgroep was al gedeeltelijk beslist door mijn context namelijk speelgoed langs fietsknooppunten.
Kinderen die meefietsen met hun ouders verschillen echter nog heel erg in leeftijd. Je hebt kinderen die nog niet kunnen fietsen en die achterop zitten (0 - 4 jarigen), en de kinderen die zelf fietsen (4 -..jarigen).
Doelgroep 1 (0 tot 4 jarigen)
De kinderen zitten achterop en bewegen niet veel, daarom iets maken waar ze kunnen bewegen.
Wat zijn de spel interesses van deze doelgroep?
Spelend bewegen (tot 6 maanden)
- Baby’s bewegen met handen en voeten, kruipen,.. nog niet met extra voorwerpen
- Kernwoorden zijn: grove motoriek en zintuigelijke herkenning
Spelend omgaan met voorwerpen (vanaf 6 maanden)
- Ontdekken van de wereld
- Ontdekken van de functies van voorwerpen, aan de hand van ervaringen die ze met het speelgoed op doen. Door plezier te beleven aan voorwerpen te stapelen, rollen of bouwen gaan ze de bewegingen blijven herhalen.
- Dingen nemen en in hun mond steken
- Voelen staat centraal
Spelend construeren (1,5 tot 2 jaar)
- Spelenderwijs betekenis geven aan spelhandelingen
- Samenhang van speelgoed ontdekken (duploblokjes ,puzzels,…)
- Imitatiespelletjes
- Blokken uitkiezen op vorm en grootte
- Zien en voelen staat centraal
- Geschikt spelmateriaal: blokken en puzzels, vormkubus, kleurentorens, paren zoeken, klim en klautermateriaal.
- Spellen parallel met andere kinderen niet echt samen
Fantasie en rollenspel (vanaf 3 tot 5 jaar)
- Bouwen in 3 dimensionele patronen, combineren van spelmateriaal,
- in fantasiespel kunnen kinderen de wereld veranderen zodat zij die willen hebben
- Begrijpen dat je kan doen alsof (doen alsof je moeder bent, brandweerman, winkelier, dokter …)
- Geschikt spelmateriaal: imitatiespullen (doktersspullen, keukentje, poppen, playmobiel, verkleedkleren,..)
- Kinderen kunnen alleen buitenspelen en spelen ook met andere kinderen
- Onderwerpen aan eenvoudige spelregels
- Ordenen van spelmateriaal breidt zich uit/ constructief gebruik van materialen
Doelgroep 2 (6 tot 12 jarigen "lagere school kinderen")
Dit zijn oudere kinderen die zelf fietsen. Zij gaan al sneller hun mening zeggen of tegenpruttelen als ze iets niet fijn vinden. Hun interesses:
Succes en gezelschapspelen (vanaf 6 a 7 jaar):
- Spelletjes die aan regels gebonden zijn, zoals op je beurt wachten, vooruit denken, enzovoort.
- Meten met anderen
- Kinderen graag samenspelen met anderen
- Kinderen spelen gecompliceerde rollen en kunnen het spel langer volhouden.
- Leergierig
Tussen 10 en 12 jaar:
- Kinderen vriendengroepjes maken op basis van interesses
- Hebben graag uitdagende activiteiten waar techniek, onderzoek en inzicht centraal staan inzicht
- Interesse in gewone of informatieve spelen
- Nieuwsgierig
· Denkpiste: Wat heeft bijna iedereen bij langs fietsknooppunten à een fiets. Kan men iets maken dat als men er een fiets in zet een beweging kan veroorzaken?
Een tol laten draaien voor andere kinderen, een katapult,…
Ingewikkeld om snel werkend te maken, veel andere onderdelen nodig dan plastiek?
· Andere spelmethodiek (educatief, denkspelletjes)
Oversized denkspelen (blokkentoren, 3D puzzel,…)
Opletten: de onderdelen mogen niet gestolen worden, iets om ze samen te houden.
Besluit:
Ik kies voor de doelgroep 6 - 12jarigen. Deze 6 tot 12 jarigen zijn degene die zelf fietsen en het is deze doelgroep die het fietsen soms als saai en eentonig ervaart. Door op de rustpunten aan fietsknooppunten speelgoed voor hun te voorzien zal deze fietstocht gevarieerder worden. Deze doelgroep is ook groter als 0 tot 4jarigen. Mijn doelgroep is 6 tot 12 jarigen, ik ga eerder kiezen voor een cognitieve spel i.p.v. een fysiek spel. Dit omdat het fietsen zelf al actief genoeg is, en het cognitieve spel andere vaardigeden aanspreekt. Hierdoor is er meer variatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten